Op 28 september heeft staatssecretaris van Financiën Hans Vijlbrief van D66 een wetsvoorstel ingediend met betrekking tot de accijnzen op (speciaal)bieren. Ze zijn volgens de staatssecretaris van belang om het te belasten bedrag voor de douane overzichtelijker te maken.
In het wetsvoorstel worden verschillende wijzigingen geopperd. Twee van die wijzigingen zullen van grote nadelige betekenis zijn voor de Nederlandse bierbrouwers. Zo zouden de accijnzen op basis van graden alcohol moeten worden berekend in plaats van graden plato. Daarnaast zou de korting die nu voor kleine brouwers geldt, komen te vervallen.
In het wetsvoorstel worden verschillende wijzigingen geopperd. Twee van die wijzigingen zullen van grote nadelige betekenis zijn voor de Nederlandse bierbrouwers. Zo zouden de accijnzen op basis van graden alcohol moeten worden berekend in plaats van graden plato. Daarnaast zou de korting die nu voor kleine brouwers geldt, komen te vervallen.
Graden plato vs. alcohol
De eerste nieuwe regeling zou grote invloed op de kleine brouwerijen hebben. Op dit moment wordt de accijns op bier berekend op basis van graden plato, voor velen een onbekend begrip. In de basis zijn de graden per plato onder te verdelen in 4 categorieën: III, II, I en S. De classificatie is vrijwel altijd te vinden op de achterkant van een fles of blik bier.
In deze 4 categorieën is het stamwortgehalte onderverdeeld, oftewel de hoeveelheid suikers in de wort. Dat gehalte laat eigenlijk de dikte van het toekomstige bier zien en geeft een indicatie van het latere alcoholpercentage. Het stamwortgehalte wordt namelijk gemeten voordat vergisting heeft plaatsgevonden.
Als je het eindproduct onderverdeeld in deze 4 categorieën kun je zeggen dat in groep III de laag-alcoholische bieren zitten, tot ongeveer 2,3% alcohol en in categorie S de speciaalbieren met een percentage dat hoger dan 5% alcohol is. Op dit moment zijn er dus 4 verschillende accijnsbedragen mogelijk, te zien in het onderstaande schema.
Doordat de graden plato zo'n onbekend begrip zijn voor velen is deze wijziging geopperd, volumeprocent alcohol is een veel duidelijker en bekender begrip. Door de accijns daarop te bepalen wordt het werk van de douane dan ook eenvoudiger gemaakt. Aan de andere kant wordt papierwerk aan de kant van de brouwerijen dan juist lastiger, aangezien het niet in 4 categorieën is verdeeld maar er voor ieder nieuw bier een nieuwe berekening is vereist.
In deze 4 categorieën is het stamwortgehalte onderverdeeld, oftewel de hoeveelheid suikers in de wort. Dat gehalte laat eigenlijk de dikte van het toekomstige bier zien en geeft een indicatie van het latere alcoholpercentage. Het stamwortgehalte wordt namelijk gemeten voordat vergisting heeft plaatsgevonden.
Als je het eindproduct onderverdeeld in deze 4 categorieën kun je zeggen dat in groep III de laag-alcoholische bieren zitten, tot ongeveer 2,3% alcohol en in categorie S de speciaalbieren met een percentage dat hoger dan 5% alcohol is. Op dit moment zijn er dus 4 verschillende accijnsbedragen mogelijk, te zien in het onderstaande schema.
Doordat de graden plato zo'n onbekend begrip zijn voor velen is deze wijziging geopperd, volumeprocent alcohol is een veel duidelijker en bekender begrip. Door de accijns daarop te bepalen wordt het werk van de douane dan ook eenvoudiger gemaakt. Aan de andere kant wordt papierwerk aan de kant van de brouwerijen dan juist lastiger, aangezien het niet in 4 categorieën is verdeeld maar er voor ieder nieuw bier een nieuwe berekening is vereist.
Nieuwe accijns berekenen
In het wetsvoorstel worden de accijnzen berekend op basis van volumeprocent alcohol. Per volumeprocent zou er dan €7,49 per hectoliter gerekend worden, met een minimum van de huidige €8,83. Op de meeste bieren die de grote industriële brouwerijen nu produceren zou dit weinig tot geen invloed hebben.
Sterker nog, op het populairste bier in Nederland: pils, zou op dat moment zelfs minder accijns worden berekend. Ter vergelijking; op dit moment wordt er over pils (5% alcohol) zo'n €37,96 gerekend, in het nieuwe model zou dat, volgens de huidig bekende cijfers, €37,45 (5 x 7,49) zijn. Al lijkt het onwaarschijnlijk dat de pils-brouwers er daadwerkelijk positief uitkomen.
Sterker nog, op het populairste bier in Nederland: pils, zou op dat moment zelfs minder accijns worden berekend. Ter vergelijking; op dit moment wordt er over pils (5% alcohol) zo'n €37,96 gerekend, in het nieuwe model zou dat, volgens de huidig bekende cijfers, €37,45 (5 x 7,49) zijn. Al lijkt het onwaarschijnlijk dat de pils-brouwers er daadwerkelijk positief uitkomen.
Kleine brouwerijen de dupe
Voor de kleine brouwerijen, die over het algemeen veel verschillende bieren produceren met wisselende alcoholpercentages zou dit wel een negatief gevolg hebben. Op dit moment is er sprake van een maximum tarief, te weten €47,48 per hectoliter. Dat gaat dan over de bieren in categorie S met meer dan 15 graden plato. Waar er nu voor bijvoorbeeld een quadrupel van 10% alcohol sprake is van het maximum tarief, zou daar volgens het ingediende wetsvoorstel zo'n €74,90 over betaald moeten worden.
Als de kortingsregeling (daarover later meer) wel blijft bestaan en kleine brouwerijen het 'bijzondere tarief' mogen blijven betalen zou dat een bedrag van €69,28 per hectoliter betekenen. Waar het in eerste instantie neerkwam op ongeveer €0,14 per fles zou dat stijgen tot ongeveer €0,21 per fles. Een stijging van ongeveer 45,9%, wanneer de kortingsregeling toch wordt geschrapt is er zelfs sprake van een stijging van 57,7%.
Gemiddeld zal de hervorming van graden plato naar het alcoholgehalte een stijging van 25% voor de kleine brouwers betekenen, met uitschieters van zo'n 50%.
Kleinere brouwerijen hebben vaak een breder assortiment aan bieren dan de grote industriële brouwerijen. Dat diverse assortiment bestaat vooral uit speciaalbieren, de bieren die nu in categorie S zitten.
Aangezien de meeste kleine brouwerijen waarschijnlijk door willen gaan met het brouwen van speciaalbier, zullen de kosten moeten worden doorberekend. Dat betekent voor de speciaalbier liefhebber dus aanzienlijk hogere prijzen voor de door hen geliefde bieren.
Als de kortingsregeling (daarover later meer) wel blijft bestaan en kleine brouwerijen het 'bijzondere tarief' mogen blijven betalen zou dat een bedrag van €69,28 per hectoliter betekenen. Waar het in eerste instantie neerkwam op ongeveer €0,14 per fles zou dat stijgen tot ongeveer €0,21 per fles. Een stijging van ongeveer 45,9%, wanneer de kortingsregeling toch wordt geschrapt is er zelfs sprake van een stijging van 57,7%.
Gemiddeld zal de hervorming van graden plato naar het alcoholgehalte een stijging van 25% voor de kleine brouwers betekenen, met uitschieters van zo'n 50%.
Kleinere brouwerijen hebben vaak een breder assortiment aan bieren dan de grote industriële brouwerijen. Dat diverse assortiment bestaat vooral uit speciaalbieren, de bieren die nu in categorie S zitten.
Aangezien de meeste kleine brouwerijen waarschijnlijk door willen gaan met het brouwen van speciaalbier, zullen de kosten moeten worden doorberekend. Dat betekent voor de speciaalbier liefhebber dus aanzienlijk hogere prijzen voor de door hen geliefde bieren.
Kortingsregeling blijft?
Het tweede onderdeel van het wetsvoorstel, de afschaffing van de korting voor kleine brouwerijen, lijkt nu al van de baan. In de huidige situatie hebben kleine brouwerijen (brouwerijen die tot 200.000 hl bier per jaar brouwen) recht op een korting van 7,5% op de te betalen accijnzen. Meerdere politieke partijen geven aan niet achter de afschaffing van deze korting te staan. Zodoende behouden kleine brouwerijen met alle waarschijnlijkheid het recht op deze korting.
De kans dat de afschaffing van de korting doorgaat lijkt vrijwel nihil, naast de bezwaren op de afschaffing hebben veel politieke partijen ook nog vragen bij de andere voorgestelde verandering.
Waar er in het eerste voorstel van de staatssecretaris stond aangegeven dat er werd gerekend op verzet vanuit de branche, werd daar ook bij vermeld dat de lobby niet heel groot zou zijn. Deze toevoeging aan het wetsvoorstel heeft op zichzelf al tot verontwaardiging bij de bierbouwers geleid en verschillende politieke partijen hebben hier ook vraagtekens bij gezet.
De kans dat de afschaffing van de korting doorgaat lijkt vrijwel nihil, naast de bezwaren op de afschaffing hebben veel politieke partijen ook nog vragen bij de andere voorgestelde verandering.
Waar er in het eerste voorstel van de staatssecretaris stond aangegeven dat er werd gerekend op verzet vanuit de branche, werd daar ook bij vermeld dat de lobby niet heel groot zou zijn. Deze toevoeging aan het wetsvoorstel heeft op zichzelf al tot verontwaardiging bij de bierbouwers geleid en verschillende politieke partijen hebben hier ook vraagtekens bij gezet.
Teken de petitie(s)!
De tegenstand op dit wetsvoorstel wordt breed gedragen. Zo zijn twee branchevertegenwoordigingen: 'CRAFT' en 'Nederlandse Brouwers' met een petitie gestart. CRAFT vertegenwoordigt meer dan 160 kleine brouwerijen en de Nederlandse Brouwers hebben naast een aantal kleinere brouwerijen ook grote namen als Duvel Moortgat, AB InBev en Heineken achter zich staan.
Petitie van Nederlandse Brouwers
Petitie van CRAFT
De twee verenigingen werken vaker nauw samen en zijn het ook bij deze kwestie niet eens met het aangeboden wetsvoorstel. Toch zijn er twee verschillende petities opgezet. Beide verenigingen strijden voor hetzelfde doel: geen accijnsstijging.
Waar CRAFT het liefst helemaal geen wijziging in het accijnssysteem ziet, denken de Nederlandse Brouwers nog aan een andere uitkomst. Beide partijen zijn het er in ieder geval over eens dat een budgettair neutrale wijziging, zoals het in het wetsvoorstel wordt genoemd, niet tot hogere accijns zou moeten leiden.
Petitie van Nederlandse Brouwers
Petitie van CRAFT
De twee verenigingen werken vaker nauw samen en zijn het ook bij deze kwestie niet eens met het aangeboden wetsvoorstel. Toch zijn er twee verschillende petities opgezet. Beide verenigingen strijden voor hetzelfde doel: geen accijnsstijging.
Waar CRAFT het liefst helemaal geen wijziging in het accijnssysteem ziet, denken de Nederlandse Brouwers nog aan een andere uitkomst. Beide partijen zijn het er in ieder geval over eens dat een budgettair neutrale wijziging, zoals het in het wetsvoorstel wordt genoemd, niet tot hogere accijns zou moeten leiden.
De nota
Sinds de twee petities zijn opgezet door de brancheverenigingen is er weer het een en ander gebeurd in het accijnslandschap van Nederland. Na het wetsvoorstel hebben verschillende Kamerleden vragen gesteld over de accijnswijzigingen. Staatssecretaris Vijlbrief heeft middels een nota geantwoord. CRAFT heeft weer op die nota gereageerd, daarmee laat de branchevereniging duidelijk merken het niet eens te zijn met het wetsvoorstel en de wijze waarop deze tot stand is gekomen.
De volledige nota van staatssecretaris Vijlbrief bestaat uit 25 pagina’s, met de opmerkingen van CRAFT komen er nog 3 pagina’s bij. Ik kan iedereen adviseren om die tekst vooral niet te gaan lezen, het leest namelijk niet echt als een spannend boek. Om toch te weten wat er is gezegd probeer ik hieronder wat interessante delen toe te lichten.
De volledige nota van staatssecretaris Vijlbrief bestaat uit 25 pagina’s, met de opmerkingen van CRAFT komen er nog 3 pagina’s bij. Ik kan iedereen adviseren om die tekst vooral niet te gaan lezen, het leest namelijk niet echt als een spannend boek. Om toch te weten wat er is gezegd probeer ik hieronder wat interessante delen toe te lichten.
Vermindering alcoholmisbruik
Leden van de ChristenUnie merken op dat alcoholmisbruik zal verminderen door het invoeren van één alcoholtarief, juist omdat eventuele schade causaal te verbinden is aan de hoeveelheid alcohol in een drankje. CRAFT ziet dit heel anders. De bieren van kleine brouwerijen zijn op dit moment al duurder dan de bieren van grote brouwers. De kleinere brouwers maken nu dan ook meer ‘geniet bieren’, bieren die met mate worden gedronken. Door de voorgestelde wetswijziging zouden deze zwaardere bieren duurder worden en de bieren van de grote brouwers, die vooral pils (de meest gedronken biersoort) brouwen, juist goedkoper.
Volgens CRAFT zijn er sowieso betere maatregelen tegen alcoholmisbruik te bedenken dan het verhogen van accijnzen. Het verhogen van bieraccijns zou volgens CRAFT leiden tot het wegvloeien van accijnsinkomsten in Nederland omdat het zogenoemde ‘bieraccijnstoerisme’ naar onze buurlanden interessanter zou worden. Op dit moment worden er nieuwe maatregelen tegen alcoholmisbruik uitgewerkt, het wetsvoorstel over de bieraccijns gaat daar niet over en zou er ook niet tussen moet zitten.
Volgens CRAFT zijn er sowieso betere maatregelen tegen alcoholmisbruik te bedenken dan het verhogen van accijnzen. Het verhogen van bieraccijns zou volgens CRAFT leiden tot het wegvloeien van accijnsinkomsten in Nederland omdat het zogenoemde ‘bieraccijnstoerisme’ naar onze buurlanden interessanter zou worden. Op dit moment worden er nieuwe maatregelen tegen alcoholmisbruik uitgewerkt, het wetsvoorstel over de bieraccijns gaat daar niet over en zou er ook niet tussen moet zitten.
Omzetting in cijfers
CDA-leden vroegen om een cijfermatige uitwerking van de gevolgen van de wijziging op basis van extractgehalte naar alcoholpercentage. Vijlbrief laat weten geen exacte cijfers te hebben van de gebrouwen alcoholpercentages van de verschillende brouwers. Toch komt hij wel tot een behoorlijk exact gemiddelde van 5,5% voor kleine brouwers en 4,95% voor grote brouwers. Met deze cijfers komt hij op een gemiddelde van 4,98% voor alle brouwers. Volgens die percentages zou een kleine brouwer zo’n 1 cent per flesje meer accijns betalen dan de grote brouwerijen.
Deze omzetting zou volgens Vijlbrief structureel 2 miljoen euro opleveren.
De staatssecretaris benoemt ook dat de wijziging budgetneutraal uitpakt voor pils. Volgens CRAFT klopt dat niet. Grote brouwerijen produceren ongeveer 9 miljoen hectoliter pils van 5% alcohol. Op dit moment zijn daar de accijns €37,96 per hectoliter voor, in totaal komt dat neer op 341,64 miljoen. Met de wetswijziging zouden zij net iets meer dan 337 miljoen euro moeten betalen. Hierdoor loopt de staat dus ruim 4,5 miljoen mis, waar ze met de afschaffing van de 7,5% korting voor de kleine brouwerijen slechts €2 miljoen winnen. Er zijn slechts een paar grote brouwerijen, en zo’n 900 kleine brouwers in Nederland. Op deze manier worden er dus accijnzen misgelopen en wordt tegelijk de grootste groep benadeeld.
CRAFT vraagt zich ook af hoe de Vijlbrief aan zijn cijfers komt: "De staatssecretaris geeft aan dat er geen directe informatie beschikbaar is over het gemiddelde alcoholpercentage per brouwerij, maar komt vervolgens met een nauwkeurige gemiddeld gewogen raming van 5,5% voor kleine brouwerijen." Zelf monitort CRAFT al enkele jaren de productie van kleine brouwers en deze cijfers komen niet overeen met die van de staatssecretaris. Volgens hun berekeningen zal een kleine brouwerij tienduizenden euro's meer aan accijns gaan betalen. Daarbij houdt CRAFT ook verschillende cijfers over het aantal hectoliters, de omzet en de winst per brouwer bij. De staatssecretaris meldt op zijn beurt dat dit soort cijfers niet gedeeld mogen worden op basis van de fiscale geheimhoudingsplicht, CRAFT meldt daarop weer dat de cijfers volledig geanonimiseerd gedeeld kunnen worden. Volgens hun berekeningen zal een kleine brouwerij tienduizenden euro's meer aan accijns gaan betalen.
De berekening van 1 cent klopt niet, volgens hun berekeningen zal een kleine brouwerij tienduizenden euro's meer aan accijns gaan betalen. maar dat is niet het grootste bezwaar. Het grootste probleem is de cumulatie van extra kosten voor de kleine ondernemers. Er wordt van kleine brouwerijen verwacht tienduizenden euro's extra accijns voor te financieren. Hierdoor komt er een immense druk op de liquiditeit van kleine ondernemers te liggen, daardoor zullen die kleine ondernemers minder kunnen investeren en innoveren om weer door te groeien.
Deze omzetting zou volgens Vijlbrief structureel 2 miljoen euro opleveren.
De staatssecretaris benoemt ook dat de wijziging budgetneutraal uitpakt voor pils. Volgens CRAFT klopt dat niet. Grote brouwerijen produceren ongeveer 9 miljoen hectoliter pils van 5% alcohol. Op dit moment zijn daar de accijns €37,96 per hectoliter voor, in totaal komt dat neer op 341,64 miljoen. Met de wetswijziging zouden zij net iets meer dan 337 miljoen euro moeten betalen. Hierdoor loopt de staat dus ruim 4,5 miljoen mis, waar ze met de afschaffing van de 7,5% korting voor de kleine brouwerijen slechts €2 miljoen winnen. Er zijn slechts een paar grote brouwerijen, en zo’n 900 kleine brouwers in Nederland. Op deze manier worden er dus accijnzen misgelopen en wordt tegelijk de grootste groep benadeeld.
CRAFT vraagt zich ook af hoe de Vijlbrief aan zijn cijfers komt: "De staatssecretaris geeft aan dat er geen directe informatie beschikbaar is over het gemiddelde alcoholpercentage per brouwerij, maar komt vervolgens met een nauwkeurige gemiddeld gewogen raming van 5,5% voor kleine brouwerijen." Zelf monitort CRAFT al enkele jaren de productie van kleine brouwers en deze cijfers komen niet overeen met die van de staatssecretaris. Volgens hun berekeningen zal een kleine brouwerij tienduizenden euro's meer aan accijns gaan betalen. Daarbij houdt CRAFT ook verschillende cijfers over het aantal hectoliters, de omzet en de winst per brouwer bij. De staatssecretaris meldt op zijn beurt dat dit soort cijfers niet gedeeld mogen worden op basis van de fiscale geheimhoudingsplicht, CRAFT meldt daarop weer dat de cijfers volledig geanonimiseerd gedeeld kunnen worden. Volgens hun berekeningen zal een kleine brouwerij tienduizenden euro's meer aan accijns gaan betalen.
De berekening van 1 cent klopt niet, volgens hun berekeningen zal een kleine brouwerij tienduizenden euro's meer aan accijns gaan betalen. maar dat is niet het grootste bezwaar. Het grootste probleem is de cumulatie van extra kosten voor de kleine ondernemers. Er wordt van kleine brouwerijen verwacht tienduizenden euro's extra accijns voor te financieren. Hierdoor komt er een immense druk op de liquiditeit van kleine ondernemers te liggen, daardoor zullen die kleine ondernemers minder kunnen investeren en innoveren om weer door te groeien.
Vereenvoudiging
De wijziging van accijns op platogehalte naar accijns op alcoholgehalte zou er moeten komen omdat dat makkelijker is vast te stellen voor de douane. Alcohol kan in een lab snel worden vastgesteld en het staat al op de etiketten van alle bieren. De staatssecretaris vergeet daarbij echter dat het vaststellen van het platogehalte al een vaste stap in het brouwproces is. De administratieve handelingen van de brouwerijen zijn daar dan ook op ingericht en zullen volledig omgegooid moeten worden wanneer de accijns op basis van het alcohol wordt berekend. De vereenvoudiging voor de douane zou dus voor veel administratieve overlast bij de brouwers zorgen.
Wel zou er een foutmarge worden getolereerd, wat het weer enigszins makkelijker maakt. Onlangs is het ‘Mijn Douane’ systeem ingevoerd, naar volledige tevredenheid van de brouwers. Dat systeem is volledig ingericht op het huidige systeem en CRAFT vindt het dan ook bijzonder ongeloofwaardig dat de staatssecretaris dit als een ingewikkeld systeem ziet.
Het terugbrengen van zeven naar één tarief is volgens Vijlbrief een ander voordeel. De zeven tarieven noemt hij dan de vier groepen op basis van het platogehalte voor grote brouwers, en de drie voor de kleine brouwers. CRAFT ziet dit anders. Zij benoemen dat er vier tarieven zijn, waarbij kleine brouwers recht hebben op een kortingspercentage van 7,5% voor drie van die tarieven. Ook geloven zij niet dat er slechts één tarief komt, er komt immers een tarief voor ieder percentage alcohol, daarbij zien ze in deze wijziging ook geen bijdrage aan een vereenvoudiging voor de douane.
De staatssecretaris heeft enkele tabellen opgesteld en daarin prijswijzigingen voor verschillende specifieke bieren uitgerekend. Voor de bieren waar geen exact platogehalte van bekend is, is de waarde van 1 graden plato gelijk aan 0,4% alcohol aangehouden. Bij deze berekeningen meldt CRAFT nogmaals dat het probleem niet zit in de eventuele prijsstijgingen voor consumenten, maar in het feit dat kleine brouwerijen tienduizenden euro's extra accijns moeten voorfinancieren. Grote brouwerijen zullen juist minder accijnzen hoeven te betalen aangezien het bedrag voor bieren van 5% juist omlaag gaat. Daardoor kunnen ze nog meer van het schaalvoordeel, wat er nu al is, genieten.
In de berekening van de tabel wordt het feit dat brouwerijen niet direct aan de consument verkopen genegeerd. Er zitten nog enkele stappen tussen die worden doorbelast aan de consument. Zo is het gebruikelijk dat in de horeca een factor 4 op de inkoopprijs te zetten. Als je die factor doorrekent kun je dus stellen dat een glas La Trappe Quadrupel voor de consument minimaal 36 cent duurder wordt in plaats van de genoemde €0,09.
Wel zou er een foutmarge worden getolereerd, wat het weer enigszins makkelijker maakt. Onlangs is het ‘Mijn Douane’ systeem ingevoerd, naar volledige tevredenheid van de brouwers. Dat systeem is volledig ingericht op het huidige systeem en CRAFT vindt het dan ook bijzonder ongeloofwaardig dat de staatssecretaris dit als een ingewikkeld systeem ziet.
Het terugbrengen van zeven naar één tarief is volgens Vijlbrief een ander voordeel. De zeven tarieven noemt hij dan de vier groepen op basis van het platogehalte voor grote brouwers, en de drie voor de kleine brouwers. CRAFT ziet dit anders. Zij benoemen dat er vier tarieven zijn, waarbij kleine brouwers recht hebben op een kortingspercentage van 7,5% voor drie van die tarieven. Ook geloven zij niet dat er slechts één tarief komt, er komt immers een tarief voor ieder percentage alcohol, daarbij zien ze in deze wijziging ook geen bijdrage aan een vereenvoudiging voor de douane.
De staatssecretaris heeft enkele tabellen opgesteld en daarin prijswijzigingen voor verschillende specifieke bieren uitgerekend. Voor de bieren waar geen exact platogehalte van bekend is, is de waarde van 1 graden plato gelijk aan 0,4% alcohol aangehouden. Bij deze berekeningen meldt CRAFT nogmaals dat het probleem niet zit in de eventuele prijsstijgingen voor consumenten, maar in het feit dat kleine brouwerijen tienduizenden euro's extra accijns moeten voorfinancieren. Grote brouwerijen zullen juist minder accijnzen hoeven te betalen aangezien het bedrag voor bieren van 5% juist omlaag gaat. Daardoor kunnen ze nog meer van het schaalvoordeel, wat er nu al is, genieten.
In de berekening van de tabel wordt het feit dat brouwerijen niet direct aan de consument verkopen genegeerd. Er zitten nog enkele stappen tussen die worden doorbelast aan de consument. Zo is het gebruikelijk dat in de horeca een factor 4 op de inkoopprijs te zetten. Als je die factor doorrekent kun je dus stellen dat een glas La Trappe Quadrupel voor de consument minimaal 36 cent duurder wordt in plaats van de genoemde €0,09.
Consultaties
De staatssecretaris zegt dat hij verschillende brancheverenigingen, de Nederlandse Brouwers, CRAFT, Koninklijke Vereniging van Nederlandse Wijnhandelaren en SpiritsNL heeft geconsulteerd. De alcoholbranchepartijen die niet in de bierwereld actief zijn, zouden hun steun hebben uitgesproken voor de maatregelen met het oog op een gelijk speelveld. CRAFT zegt op hun beurt weer niet geconsulteerd, maar slechts geïnformeerd te zijn. Ze hebben ook contact gezocht met SpiritsNL en de KVNW om te vragen hoe zij hierin stonden. Beide verenigingen vertelden geen steun te hebben uitgesproken voor de maatregelen. De KVNW zei zelfs voorstander te zijn van het handhaven van de kortingsregeling met het oog op een gelijk speelveld, ook zij zouden slechts zijn geïnformeerd en niet geconsulteerd.
In de week van 13 december wordt het wetsvoorstel besproken. Als het aan CRAFT ligt worden er twee maatregelen uit het voorstel gehaald. Het omzetten van het Platogehalte naar het alcoholpercentage, en het afschaffen van de kortingsregeling voor kleine brouwers.
In de week van 13 december wordt het wetsvoorstel besproken. Als het aan CRAFT ligt worden er twee maatregelen uit het voorstel gehaald. Het omzetten van het Platogehalte naar het alcoholpercentage, en het afschaffen van de kortingsregeling voor kleine brouwers.